Nina Klink rijdt als eerste Nederlandse vrouw ooit de ISDE uit
Nina Klink van het WPM KTM team heeft als eerste Nederlandse vrouw ooit de ISDE uitgereden. Van de ruim vijfhonderd gestarte clubrijders kwam Nina als tweehonderd eenentwintigste over de finish.
Een week voor aanvang van het evenement kwam Nina aan in Brive-la-Gaillarde, het dorp waar de 92e ISDE dit jaar van start ging. Voor de eerste vijf dagen stonden drie verschillende rondes van elk zo’n 250 kilometer op het programma, waarvan er elke dag één gereden werd. Ook waren er in totaal tien verschillende proeven uitgezet die verspreid over de dagen één of meerdere keren gereden moesten worden. Totaal werden er vijf proeven per dag verreden.
Het was voor Nina niet de eerste keer dat zij zich had ingeschreven voor de zesdaagse. In 2015 deed ze namelijk ook mee, alleen viel ze toen al in de tweede dag uit met fysiek ongemak en in 2016 moest de WPM KTM-rijdster haar inschrijving annuleren door een zware knieblessure. Daarom was Nina voor 2017 vastberaden om wel van start te gaan en de finish te halen.
Omdat er bij de clubteams geen aparte damesklasse is, werd Klink gewoon geklasseerd tussen de mannen. “Op zich was dat geen probleem maar hierdoor wist ik wel dat ik niet voorin mee zou strijden en daardoor was het ook makkelijker om op safe te gaan rijden en “gewoon” te zorgen dat ik de finish zou halen, zonder risico’s te nemen” aldus Nina.
Voor de eerste twee dagen had de organisatie meteen de meest zware routes uitgezet. Er zaten een aantal pittige klimmetjes en afdalingen in waar de rijders over goede techniek moesten beschikken wilde je hier niet veel energie verspillen. De zwaarte van de eerste twee dagen bleek ook uit het aantal uitvallers. “Je wist gewoon dat als je deze twee dagen door zou komen je normaliter zou kunnen finishen, zolang je geen motorpech zou krijgen,” vertelde Nina.
Omdat Nina ook het in Europees Kampioenschap Enduro rijdt, was ze de moeilijkheid van de routes al redelijk gewend. “De zesdaagse bestaat zoals de naam al zegt uit zes dagen waardoor ze het niet zo extreem kunnen maken dan dat ze soms doen tijdens de EK’s. Ook het feit dat er rijders van alle niveaus hieraan mee kunnen doen, draagt eraan bij dat de route niet al te extreem gemaakt kan worden.”
Op dag drie stond er voor de deelnemers een nieuwe route op het programma. Deze bestond uit voornamelijk brede paden zonder moeilijke klimmetjes en was bedoeld als een dag om te herstellen. Nina heeft hier goed gebruik van gemaakt zodat ze de vierde en vijfde dag weer zo fris mogelijk van start kon gaan. Op de vierde en vijfde dag stond de mooiste route op het programma. “De route was niet erg moeilijk maar er zaten genoeg leuke dingen in zoals klimmetjes en rotsblokken. Daarnaast waren de paden grotendeels smaller en zaten er meer slingers in dan de eerste drie dagen. Dit zorgde ervoor dat je lekker actief moest blijven op de motor en het geen sleur werd,” vertelt Nina na afloop. Wel begonnen de spieren zeer te doen en met name de handen van Klink moesten het ontgelden. Deze begonnen tijdens het rijden elke keer te tintelen en Nina had het gevoel alsof ze in slaap vielen. Zesdagen achtereen zo intensief sporten is je lichaam niet gewend. In de loop van dag vier naar dag vijf begon het genieten dan ook af te nemen en werd het meer en meer rijden om de finish te halen.”
Op zaterdag was er enkel nog een slotcross. Alle rijders werden onderverdeeld in heats van 30 rijders en elke heat bestond uit vijf ronden over het aangelegde crossbaantje. De positie die werd behaald in deze heat telde niet, maar de totaal tijd wel. Deze werd vervolgens bij de totaal tijd van de andere proeven opgeteld, wat dan de totaaluitslag maakte. “Van de meer dan 500 gestarte clubrijders ben ik 221e geworden en daar ben ik dan ook echt dik tevreden mee. In 2018 staat de zesdaagse gepland in Chili en ik hoop ook daar aan de start te kunnen staan,” sluit Nina af.